Wat is beveiliging?

 

Mogelijke beveiligingsmethoden

Geen beveiliging
WEP-codering
WPA/WPA2-persoonlijk
WPA/WPA2-bedrijfsniveau

Kies de beveiligingsmethode voor uw draadloze printer. De door u gespecificeerde methode moet overeenkomen met de methode die wordt gebruikt op uw draadloze netwerk. Er zijn vier mogelijkheden:

Selecteer Geen beveiliging als uw draadloze netwerk geen apparaatverificatie of -beveiliging vereist (bijvoorbeeld wanneer u geen beveiliging gebruikt, of wanneer u alleen gedeelde WEP-sleutels voor codering gebruikt) om toegang te krijgen tot het netwerk.

Selecteer WEP-codering als elk apparaat op uw draadloze netwerk een gedeelde sleutel (dat wil zeggen, een gedeelde waarde "wachtwoord") gebruikt voor toegang tot het netwerk. Elk apparaat op het netwerk moet dezelfde sleutel gebruiken.

De HP Jetdirect-printserver ondersteunt IEEE 802.11 Wired Equivalent Privacy (WEP)-sleutels voor beveiliging en/of gecodeerde netwerkcommunicatie. Als u WEP-codering selecteert, kunt u op het volgende scherm WEP-sleutels voor uw draadloze printer configureren.

Selecteer WPA/WPA2-persoonlijk-beveiliging als uw netwerk Wi-Fi Protected Access gebruikt met een van tevoren ingestelde sleutel, die normaal gesproken door een wachtzin wordt gegenereerd. WPA-codering wordt gebruikt voor draadloze communicatie en biedt verbeterde beveiliging.

Opmerking: Servergebaseerde beveiligingsopties als WPA/WPA-2 zijn niet voor alle producten beschikbaar.

Selecteer WPA/WPA-2-bedrijfsniveau-beveiliging als uw netwerk Wi-Fi Protected Access met EAP/802.1.x -verificatie gebruikt. Dit type beveiliging maakt gebruik van een centrale verificatieserver zoals RADIUS om gebruikers op het netwerk te verifiëren.

Voor WPA/WPA2-bedrijfsniveau, ondersteunt de HP Jetdirect-printserver een aantal servergebaseerde verificatieprotocollen:

Als u WPA/WPA2-bedrijfsniveau selecteert, kunt u op het volgende scherm een of meer van deze protocollen kiezen. De help-pagina voor dat scherm bevat meer informatie over deze protocollen.

Opmerking: 802.1x-verificatie is niet compatibel met de Ad Hoc-modus voor draadloze communicatie. Als u deze beveiligingsmethode selecteert, zal de modus voor draadloze communicatie op Infrastructuur worden ingesteld.

Wanneer u uw beveiligingsmethode hebt geselecteerd, klikt u op Volgende om verder te gaan.
 

Wat is beveiliging?
Beveiliging en codering zijn twee verschillende benaderingen van netwerkbeveliging. Beveiliging is het verifiëren van de identiteit van een gebruiker of apparaat voordat deze toegang krijgt tot het netwerk, zodat het voor onrechtmatige gebruikers moeilijker wordt toegang te krijgen tot netwerkbronnen. Codering is het versleutelen van de gegevens die over het netwerk worden verstuurd, zodat de gegevens voor onbevoegden onbegrijpelijk worden. Beide methoden komen op draadloze netwerken veel voor omdat het voor onbevoegden relatief eenvoudig is om de signalen van een draadloos netwerk op te pikken.

Een netwerk met Geen beveiliging (open systeem) controleert netwerkgebruikers niet op hun identiteit. Een dergelijk netwerk kan WEP-codering (Wired Equivalent Privacy) gebruiken om te voorzien in een minimaal beveiligingsniveau tegen onbevoegden.

Een netwerk dat WEP-codering gebruikt, levert extra beveiliging door te vereisen dat gebruikers of apparaten zich identificeren met een statische sleutel (wachtwoord). Deze sleutel wordt gedeeld door alle gebruikers van het netwerk; dat wil zeggen dat elke gebruiker en elk apparaat dezelfde sleutel gebruiken. WEP-codering wordt gebruikt in combinatie met verificatie met een gedeelde sleutel, waarbij dezelfde sleutel voor zowel verificatie als codering wordt gebruikt.

Een netwerk dat WPA/WPA2-persoonlijk gebruikt, maakt gebruik van Wi-Fi Protected Access om extra beveiliging te leveren, door te vereisen dat gebruikers of apparaten zich identificeren met een vooraf ingestelde gedeelde sleutel. Deze sleutel wordt normaal gesproken gegenereerd door een wachtzin.

WPA/WPA-2-bedrijfsniveau levert aanmerkelijk sterkere beveiliging, en wordt veel gebruikt in netwerken op bedrijfsniveau. Wanneer een gebruiker of apparaat toegang vraagt tot het netwerk, verifieert een specifieke server eerst de identiteit voordat het die toegang verleent. Er zijn verschillende protocollen beschikbaar voor gebruik op verificatieservers, en een netwerk kan meer dan één protocol gebruiken. De draadloze HP Jetdirect-printservers ondersteunen verscheidene servergebaseerde protocollen.


Meer informatie:

Een HP Jetdirect-testpagina afdrukken

Verklarende woordenlijst voor afdrukken via het netwerk