Wat is codering? Hoe verschilt het van verificatie?

Wat is WEP?

Hoe voer ik een WEP-sleutel in?

 

WEP

Geef de actieve WEP-sleutel voor uw draadloze netwerk op.

De indeling van de WEP-sleutel wordt op basis van programmering bepaald en gevalideerd door alfanumerieke ASCII (8-bit) tekens of hexadecimale (4-bit) getallen te gebruiken.

Opmerking: Als u een alfanumerieke sleutel gebruikt en er problemen met compatibiliteit ontstaan tussen draadloze apparaten, zou het probleem opgelost kunnen worden door een hexadecimale WEP-sleutel te gebruiken.

Kies een van de volgende opties als de verificatiemethode niet automatisch wordt bepaald:

  • Open systeem: Geen verificatie.
  • Gedeelde sleutel: Gebruik een sleutel om toegang te krijgen tot het draadloze netwerk.

    Wanneer u klaar bent met invullen, klikt u op Volgende om verder te gaan.

    Opmerking: De draadloze HP Jetdirect-printserver ondersteunt WEP-sleutels voor 64-bit (soms ook "40-bit" genoemd) en 128-bit codering. U voert als volgt een of meer WEP-sleutels in:

    Wat is codering? Hoe verschilt het van verificatie?
    Verificatie en codering zijn twee verschillende benaderingen van netwerkbeveiliging. Verificatie is het verifiëren van de identiteit van een gebruiker of apparaat voordat deze toegang krijgt tot het netwerk. Hierdoor wordt het voor onrechtmatige gebruikers moeilijker toegang te krijgen tot netwerkbronnen. Codering is het versleutelen van de gegevens die over het netwerk worden verstuurd, zodat de gegevens voor onbevoegden onbegrijpelijk worden. Beide beveiligingsmethoden komen op draadloze netwerken veel voor omdat het voor onbevoegden relatief eenvoudig is om de signalen van een draadloos netwerk op te pikken.

    Wat is WEP? WEP (Wired Equivalent Privacy) is een IEEE 802.11 coderingsschema dat voorziet in basistoegangscontrole en gegevensprivacy op uw draadloze netwerk. Een WEP-sleutel is een soort gedeeld wachtwoord dat gebruikt wordt om draadloze gegevenscommunicatie te coderen en te decoderen. Wanneer een WEP-sleutel wordt gebruikt voor een draadloos netwerk moeten alle draadloze apparaten geconfigureerd zijn op dezelfde sleutel om op dat netwerk te kunnen communiceren. De netwerkbeheerder beheert de WEP-sleutels van het netwerk.

    Hoe voer ik een WEP-sleutel in? U voert een WEP-sleutel in de lege ruimte op dit scherm in als een reeks alfanumerieke tekens of hexadecimale getallen. Elke WEP-sleutel is 64 of 128 bits lang en 24 bits van de sleutel worden automatisch opgevuld met een "initialisatievector". Dit betekend dat u zelf de overige bits moet toevoegen. 40 bits in het geval van een 64-bit sleutel, of 104 bits in het geval van een 128-bit sleutel. Dit doet u door een juist aantal alfanumerieke tekens of hexadecimale getallen in te typen.

    Wanneer u alfanumerieke sleutel gebruikt kunt u de toetsenbordtekens gebruiken. (Opmerking: de letters zijn hooflettergevoelig. "A" is een ander teken dan "a".) De tekens worden intern gerepresenteerd door codes van 8 bits per teken. U voert dus 5 alfanumerieke tekens in om 40 bits te genereren die nodig zijn voor een 64-bit sleutel, of 13 tekens om 104 bits te genereren die nodig zijn voor een 128-bit sleutel. De initialisatievector zorgt voor de overige 24 bits.

    Wanneer een hexadecimale sleutel wordt gebruikt zijn de tekens beperkt tot een set hoofdletters (A-F), een set kleine letters (a-f) of een set getallen (0-9). Elke teken is een hexadecimaal getal. (Opmerking: de letters zijn niet hooflettergevoelig. "A" is hetzelfde als "a".) De tekens worden intern gerepresenteerd door codes van 4 bits per teken. U voert dus 10 alfanumerieke tekens in om 40 bits te genereren die nodig zijn voor een 64-bit sleutel, of 26 tekens om 104 bits te genereren die nodig zijn voor een 128-bit sleutel. De initialisatievector zorgt voor de overige 24 bits.


    Meer informatie:

    Een HP Jetdirect-testpagina afdrukken

    Verklarende woordenlijst voor afdrukken via het netwerk