Instellingen voor draadloze verbinding bevestigen

Voordat u verdergaat: De Instellingen voor draadloze verbinding in het grote vak op dit scherm worden geconfigureerd op de draadloze printer wanneer u op Volgende klikt om verder te gaan op het volgende scherm. Controleer of deze instellingen correct zijn. Als u een instelling moet wijzigen, klikt u op Terug om terug te gaan naar een eerder scherm waar u de instelling kunt wijzigen.

TCP/IP-instellingen: Volgens de fabrieksinstellingen zal de HP Jetdirect-printserver automatisch proberen om het IP-adres (Internet Protocol) op te halen met BootP, DHCP en ARP. Als de server er binnen twee minuten na inschakelen niet in slaagt om een geldig IP-adres voor het netwerk op te halen, wordt automatisch een standaardadres toegewezen. Hoewel u de printserver gewoonlijk op een later tijdstip kunt configureren met een geldig IP-adres voor uw netwerk wanneer u de printer installeert op de netwerksystemen, zijn sommige netwerken zo ingesteld dat u dit nu moet doen (bijvoorbeeld vanwege speciale DHCP-vereisten of toegangslijstbeperkingen). Klik op Geavanceerd om nu een geldig IP-adres (IPv4) op de Jetdirect-printserver in te stellen.

Opmerking: DHCP-servers gebruiken steeds een nieuw IP-adres als u het apparaat uit- en weer inschakelt. Nadat het apparaat weer is ingeschakeld, moet de printserver opnieuw worden geconfigureerd. Daarom kunt u het beste een statisch IP-adres gebruiken.

Als u op Geavanceerd klikt, verschijnt een nieuw scherm waarin u het IP-adres van de netwerkprinter kunt opgeven. Vul voor een statisch IP-adres de juiste waarden voor de printer in bij IP-adres (IPv4), Subnetmasker en Standaard gateway. (Vraag de netwerkbeheerder om de juiste waarden.)


Wanneer u tevreden bent over de instellingen voor draadloze verbinding, klikt u op Volgende om verder te gaan met de installatie.


Meer informatie:

Een HP Jetdirect-testpagina afdrukken

Verklarende woordenlijst voor afdrukken via het netwerk